Nieuwe ontwikkelingen rondom de 30%-regeling
Op 26 oktober 2023 heeft de Tweede Kamer bij de behandeling van het Belastingplan 2024 een tweetal amendementen aangenomen voor een verdere versobering van de 30%-regeling. Terwijl de inkt van de wijzigingen van vorig jaar nog niet is opgedroogd - deze laatste wijzigingen treden immers per 1 januari aanstaande in werking - vragen de nieuwe ontwikkelingen wederom aandacht voor werkgevers die kwalificerende werknemers in dienst hebben.
De behandeling in de Eerste Kamer van het pakket aan maatregelen staat gepland op 11 en 12 december 2023, en hierover zou op 19 december 2023 moeten worden gestemd. Niettemin verdienen deze wijzigingen – ook vanwege het overgangsrecht – nu al de volle aandacht.
Amendement Omtzigt
De 30%-regeling biedt de mogelijkheid om aan ingekomen werknemers maximaal 30% van het in Nederland belastbare salaris belastingvrij uit te betalen, als forfaitaire vergoeding voor de extra kosten die voortkomen uit het feit dat de werknemer buiten zijn/haar land van herkomst werkt. De 30%-regeling heeft een maximale looptijd van 5 jaar en wordt vanaf 1 januari 2024 (behoudens overgangsrecht) afgetopt door deze tot maximaal de zogenoemde ‘Balkenendenorm’ toe te mogen passen.
Middels het aangenomen amendement van de heer Omtzigt wordt geregeld dat per 1 januari 2024 het forfaitaire bedrag voor belastingvrije vergoeding ten hoogste de eerste 20 maanden van de dienstbetrekking nog maximaal 30% van het belastbare loon bedraagt. Ten hoogste de daaropvolgende 20 maanden bedraagt de vergoeding ten hoogste 20% van het belastbare loon, en ten hoogste de daarop volgende 20 maanden bedraagt de vergoeding ten hoogste 10% van het belastbare loon. Na 60 maanden is de maximale looptijd van de regeling verstreken.
Er zal worden voorzien in een overgangsregeling voor werknemers die in het laatste tijdvak van 2023 (in de regel: de maand december 2023) een forfaitaire (onbelaste) vergoeding genoten waarvoor zij in het bezit waren van een 30%-beschikking.
Een aantal opvallende punten uit het amendement:
- Er wordt steeds gesproken over porties van ‘ten hoogste’ 20 maanden. Nog niet duidelijk is hoe dit precies uitpakt voor een werknemer die de regeling voor een kortere periode krijgt toegekend, bijvoorbeeld vanwege eerder verblijf in Nederland, of bij wisseling werkgever, en hoe dit gemonitord gaat worden.
- Om in aanmerking te komen voor het overgangsrecht, moet de werknemer in het laatste loontijdvak van 2023 een forfaitaire (onbelaste) vergoeding op grond van de 30%-regeling genieten, waarvoor de werknemer in het bezit is van een 30%-beschikking. Of het noodzakelijk is dat de beschikking al in 2023 is afgegeven, blijkt niet kristalhelder uit het amendement.
- Indien de werkelijke extraterritoriale kosten meer bedragen dan de forfaitaire vergoeding, kan de werkgever / werknemer kiezen voor de onbelaste vergoeding van de werkelijke kosten in plaats van het toepassen van de 30%-regeling. Het is de moeite waard dit in voorkomende gevallen te beoordelen.
- De contouren van het overgangsrecht moeten nog geschetst.
Amendement Grinwis
Het amendement van de heer Grinwis regelt de afschaffing van de buitenlandse partiële belastingplicht met ingang van 2025. Op grond van deze keuzeregeling worden kwalificerende werknemers voor toepassing van box 2 en box 3 momenteel op verzoek fiscaal behandeld als buitenlands belastingplichtigen, waardoor ze effectief niet belast zijn op buitenlands privévermogen.
Er wordt voorzien in een overgangsregeling voor werknemers die over het laatste loontijdvak van 2023 nog een forfaitaire (onbelaste) vergoeding genoot op grond van de 30%-regeling. Onder het overgangsrecht kan nog uiterlijk tot en met 2026 gebruik kan maken van de partiële buitenlandse belastingplicht.
Te ondernemen actie
Omdat het overgangsrecht nauw samenhangt met de toepassing van de 30%-regeling over het laatste loontijdvak van 2023, is – waar mogelijk en wenselijk – goede planning vooraf vereist om eventueel nog gebruik te kunnen maken van het overgangsrecht.
Neem contact op met uw EY-adviseur hoe dit in uw concrete situatie aangepast kan worden.