De multidisciplinaire aangelegenheid van de CSRD
Ook de nieuwe Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die bedrijven verplicht om te rapporteren over de milieu- en sociale impact van hun organisatie, brengt nieuwe uitdagingen met zich mee, temeer daar ook dit de supply chain/value chain raakt. Naast de directe CO2-uitstoot, veroorzaakt door eigen bronnen binnen de organisatie (scope 1) moeten ondernemingen ook de indirecte CO2-uitstoot als gevolg van de inkoop van bijvoorbeeld elektriciteit (scope 2) rapporteren. Daarnaast worden ondernemingen uiteindelijk verplicht om ook de CO2-uitstoot in de gehele levenscyclus van alle producten die het bedrijf koopt, vervaardigt en/of verkoopt te rapporteren (scope 3). Hierdoor zal er dus steeds meer informatie nodig zijn van leveranciers en klanten. De implementatie vraagt om een multidisciplinaire aanpak, effectief datamanagement en dito technologie die ook schaalbaar is.
In de basis is het belangrijk om drie dingen te bepalen: waarover moeten we rapporteren, welke gegevens hebben we al en welke ontbreken? Om het eerste te bepalen, doe je een dubbele materialiteitsanalyse (DMA). Zo breng je in kaart welke duurzaamheidsthema’s het bedrijf raken (outside-in) en hoe de ondernemingsactiviteiten impact hebben op mens en milieu (inside-out). Dit dwingt bedrijven de vinger op de zere plek te leggen. De volgende stap is om de organisatie intern zodanig in te richten dat benodigde data verzameld kan worden én de datakwaliteit toereikend is. Dit raakt strategie, beleid, processen, interne controls en (IT) systemen.
Daarnaast is het belangrijk om te onderkennen dat de implementatie van de CSRD-richtlijnen een veranderproces met zich meebrengt, waarin bedrijven hun stakeholders in de waardeketen moeten meenemen. De CSRD verplicht bedrijven om ook te rapporteren over het due diligence programma naar hun eigen ondernemingsactiviteiten en die van de partners waarmee ze samenwerken. Ondernemingen moeten inzage geven in hoe zij de risico’s ten aanzien van de impact op milieu en mensenrechten van hun eigen bedrijfsactiviteiten en die van hun vaste partners identificeren en mitigeren. Dit vereist een uitbreiding van de scope van bestaande third party risk management programma’s van ondernemingen. Ook voor dit thema geldt het goede nieuws dat onder het Horizon Europe programma er mogelijkheden zijn voor funding van gezamenlijke initiatieven die bijdragen aan Europese verduurzaming in de keten.
‘Fit for purpose’ vestigingsklimaat en de ‘war for talent’
Iedereen heeft recent in de media kunnen lezen en horen over de toenemende druk op het Nederlands vestigingsklimaat en de onzekerheid die dat met zich meebrengt voor het bedrijfsleven. Vertrouwen, voorspelbaarheid en visie - de drie V’s - vormen in feite de hoeksteen van het vestigingsklimaat. De eerste investeringstoezeggingen vanuit Den Haag zijn inmiddels gedaan, maar breder financieel en fiscaal beleid dat de hoogtechnologische industrie blijvend ondersteunt, is nog steeds onzeker. En bij die onzekerheid is onze eigen Silicon Valley niet gebaat. Nederlandse topbestuurders maakten zich al veel langer zorgen over het vestigingsklimaat en zijn al lange tijd bezig om na te denken over oplossingsrichtingen. Dat het bedrijfsleven dit niet alleen kan bleek ook uit verschillende ronde tafel-discussies die vorig jaar reeds plaatsvonden, georganiseerd door EY, met enkele tientallen ceo’s en cfo’s van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen, grote familiebedrijven en semipublieke organisaties. Vooral de instroom van voldoende hooggekwalificeerd talent op de arbeidsmarkt is hierbij een lifeline voor de toekomst, inclusief het vergroten van kansengelijkheid in het onderwijs, het stimuleren van STEM-studies en een buitenlandse breinbrug voor relevante disciplines waar we tekorten zien op de arbeidsmarkt zoals in de bèta-richtingen.