Het voltooien van de duurzaamheidstransitie vereist een symbiose tussen financiële en maatschappelijke waardecreatie. Hierin is het niet voldoende om te focussen op aantrekkelijke ESG-verhalen en -rapportages; het is essentieel dat we de daadwerkelijke kosten van productie en diensten meerekenen in onze prijzen en duidelijke duurzaamheidskaders stellen.
Ondanks de enorme technologische en maatschappelijke vooruitgang die we hebben gezien in de laatste generaties, blijft de transitie naar duurzaamheid achter. Goede ESG-praktijken en klimaatbewustzijn zijn meer dan ooit aanwezig, maar de impact is nog te gering.
De belangrijkste reden hiervoor is dat we gevangen zitten in economische imperfecties die we niet grondig aanpakken. We gaan te vaak uit van de misvatting dat economische groei en financiële waardecreatie synoniem zijn met welvaart en maatschappelijke vooruitgang. Maar helaas is de werkelijkheid gecompliceerder.
Als we echt stappen willen zetten richting duurzaamheid, moeten we een fundamentele vraag stellen: wanneer komt financiële waardecreatie overeen met maatschappelijke waardecreatie? Volgens economen is het antwoord hierop vrij helder. Er zijn drie factoren essentieel voor deze gelijkstelling:
- Geen monopolies en kartels: hoewel niet perfect - denk aan Big Tech - zijn de anti-kartel autoriteiten daar in Brussel, Washington en andere steden in de wereld redelijk in geslaagd.
- Perfecte marktinformatie: dankzij data en informatietechnologieën komen we in een hoog tempo steeds dichterbij bij dit punt, waarin we zaken steeds beter en sneller kunnen meten, waaronder ook ESG-factoren.
- Geen (negatieve) externaliteiten: en hier gaat het vaak mis, in grote delen van de economie worden de externe, in de regel negatieve effecten van productie of consumptie niet of nauwelijks meegenomen.
Een voorbeeld in deze richting is de CO2-prestatieladder. Dit is een instrument dat bedrijven aanmoedigt om hun CO2-emissie te verminderen door klimaatbewuste bedrijven een financieel voordeel te geven bij aanbestedingen. Een vergelijkbare verschuiving zien we ook in bedrijven die hun maatschappelijke impact in monetaire termen gaan meten. Hun inzichten leiden tot defensieve en offensieve aanpassingen in hun bedrijfsvoering.
We moeten streven naar het beprijzen van externe effecten om financiële waardecreatie en maatschappelijke waardecreatie gelijk te trekken. Het consequent doorberekenen daarvan brengt ESG-factoren naar de achtergrond van impactmetingen, omdat deze geïnternaliseerd verwerkt zijn in de economische prestaties van bedrijven. Zelfs in ons huidige economische systeem kunnen we de weg vinden naar een duurzamere toekomst. Door ESG-principes te implementeren en de werkelijke kosten van productie en consumptie af te wegen, kunnen financiële waarde en maatschappelijke waarde samenvallen. Regelgeving, duidelijke kaders en stimulans voor duurzaam ondernemen zijn de volgende stappen om deze toekomst te realiseren.