6 minuten leestijd 14 december 2021

Hoe kredietratings de onderwijssector kunnen ondersteunen bij het duurzaam financieren en bekostigen van de strategische transformatie.

Kredietratings geven ander perspectief op financieren onderwijssector

Auteurs
Ralph Poulssen

EY Nederland - Associate Partner Strategy and Transactions

Toegewijd. Pragmatisch. Brengt jarenlange (strategische) sectorkennis mee.

Maarten Verschoor

EY Nederland Partner Assurance; Sectorleider Overheid en Voorzitter EY Society

Duidelijk, betrokken en proactief. Mensgericht, staat voor het team. Duidelijke probleemanalyse, werkbare oplossing. Oog voor timing en haalbaarheid. Breed denkkader, maar focus op concrete punten.

6 minuten leestijd 14 december 2021

Hoe kredietratings de onderwijssector kunnen ondersteunen bij het duurzaam financieren en bekostigen van de strategische transformatie.

In het kort

  • Onderwijsinstellingen worden door de coronapandemie versneld uitgedaagd om te transformeren.
  • Een stabiele kredietrating helpt om dit proces te financieren.
  • Middelbaar en hoger beroepsonderwijs staan er financieel goed voor, de gemiddelde rating bedraagt A+.

Naar verwachting gaat in het middelbaar en hoger (beroeps) onderwijs de traditionele financierings- en bekostigingssystematiek deels plaats maken voor nieuwe vormen van financiering en bekostiging.  Een kredietrating kan een rol vervullen om toetredende stakeholders zekerheid te geven over hun financiering en bekostiging.

Voor een toekomstbestendig middelbaar en hoger (beroeps) onderwijs zijn investeringen in onder andere digitalisering en flexibilisering onvermijdelijk. Onderwijsbesturen zullen zich beraden op verschillende toekomstscenario’s. Wat betekent de benodigde strategische transformatie voor de inzet van de beschikbare middelen en wat zijn de gevolgen voor de exploitatie en bedrijfsvoering op lange termijn? En zijn de eigen middelen in het middelbaar en hoger (beroeps) onderwijs voldoende?

Om de strategische transformatie duurzaam te financieren, is de financiële gezondheid van instellingen essentieel. De meeste onderwijsinstellingen hebben het jaar 2020 met een positief financieel resultaat afgesloten. De EY Onderwijsbarometer 2021 bevestigt het beeld dat het middelbaar en hoger (beroeps) onderwijs er in 2020 financieel gezond voorstaat. De barometer schetst een gedetailleerd beeld van de ontwikkeling van de belangrijkste financiële en operationele kengetallen in MBO, HBO en WO. Hieruit vloeit een rating voort op basis van de indicatieve rating-methodologie die EY heeft ontwikkeld. Hoe hoger de rating, hoe kredietwaardiger een instelling is. Uit de onderwijsbarometer blijkt dat het middelbaar en hoger (beroeps) onderwijs in de periode 2017-2020 hoog scoort op kredietwaardigheid. Het HBO en WO behalen een rating van A+, en het MBO scoort ondanks een lichte verbetering van de rating net iets lager.

Traditionele bronnen zijn minder geschikt voor financiering omdat een fysiek onderpand ontbreekt

Basis financiering verandert

In de huidige situatie maken instellingen in het Nederlandse middelbaar en hoger (beroeps) onderwijs nog geen gebruik van een kredietrating. De verwachting is dat dit in navolging van het buitenland de komende jaren gaat veranderen. Nog afgezien van de vraag of de bekostiging vanuit het Rijk voldoende op niveau blijft, is er ook een andere ontwikkeling die pleit voor het gebruik van kredietratings. De benodigde investeringen in de onderwijssector zullen namelijk steeds meer gericht zijn op ICT, mensen en samenwerkingsverbanden. Dit betekent dat de basis voor het aantrekken van financiering verandert. Traditionele bronnen zijn minder geschikt voor financiering omdat een fysiek onderpand ontbreekt. In dergelijke gevallen is een onafhankelijke kredietrating een goed alternatief.

In de financiële wereld is het gebruikelijk om de gezondheid van bedrijven en instellingen weer te geven in de vorm van zo’n kredietrating. Hoe hoger de kredietrating, hoe kredietwaardiger een bedrijf is en hoe gunstiger de voorwaarden voor het aantrekken van vreemd vermogen. Het fenomeen kredietrating vindt in toenemende mate zijn weg naar nieuwe onderdelen van de economie, zoals de Nederlandse zorgsector. Meerdere ziekenhuizen en andere zorginstellingen hebben zich de laatste jaren laten beoordelen door een onafhankelijke kredietbeoordelaar. Op die manier hebben zij kunnen profiteren van gunstige leencondities en een ruimere beschikbaarheid van financiering op de kapitaalmarkt.

Een groeiend aantal marktpartijen is op zoek naar maatschappelijk relevante beleggingsmogelijkheden en investeringen

Nieuwe financierings- en batenbronnen

Een kredietrating kan onderwijsinstellingen ondersteunen bij het aanboren van nieuwe financieringsbronnen en het aantrekken van additionele baten. Door op die manier de interesse van nieuwe financiers te wekken, ontstaat mogelijk een goed alternatief voor de huidige manier van financieren. Het aantrekken van financiering bij andere partijen dan banken en de schatkist komt nog slechts zeer beperkt voor in het middelbaar en hoger (beroeps) onderwijs. Het is een interessant gegeven dat die andere partijen, zoals institutionele beleggers (pensioenfondsen en verzekeraars), maar ook bedrijven en (overheids)instanties, juist op zoek zijn naar maatschappelijk relevante beleggingsmogelijkheden en investeringen.

De noodzaak van een strategische transformatie is het afgelopen jaar in een stroomversnelling geraakt door de gevolgen van de coronapandemie. De onderwijssector is hard geraakt in zijn kernactiviteiten. Iedere afzonderlijke instelling heeft snel en abrupt de overgang moeten maken naar onderwijs op afstand. Dit heeft geleid tot een versnelling van de digitale ontwikkeling. Bovendien heeft de crisis grote impact gehad op de mentale toestand van studenten en personeel. Daarnaast is duidelijk geworden dat de effecten van de coronacrisis op onderdelen vragen om een versnelde herijking van de koers. Daarbij moeten effecten van de pandemie onder meer vertaald worden naar het huisvestings- en ICT-beleid van individuele instellingen. Dit leidt tot hoofdbrekens bij onderwijsbestuurders. Hoe sluiten zij het onderwijsaanbod aan op de behoeften vanuit de arbeidsmarkt? Hoe verbeteren ze de sociaal-emotionele stabiliteit van studenten? En hoe moeten zij hun investeringen vormgeven om het onderwijs van de toekomst te kunnen blijven realiseren? Is het verstandig om de beschikbare financiële middelen in te zetten in stenen? Of is het beter om hiervoor vreemd vermogen te gebruiken en de eigen middelen aan te wenden voor onderwijsinnovatie?

De effecten van de coronapandemie leiden tot hoofdbrekens bij onderwijsbestuurders

Analyse van baten en lasten

De EY Onderwijsbarometer 2021 biedt een heldere analyse van de ontwikkeling van baten en lasten in het middelbaar en hoger (beroeps) onderwijs. Bij een sterke toename van het aantal ingeschreven studenten is een daling van de baten per student zichtbaar. Deze daling is deels het gevolg van het vertragende effect in de bekostiging van de rijksbijdrage door de gehanteerde bekostigingssystematiek. Hierbij leidt een toename van het aantal studenten op een later moment tot een stijging van de rijksbijdrage. Zo is sprake van een daling van de rijksbijdrage per student in 2020 in het HBO en WO als gevolg van een sterke studententoename, hoewel de rijksbijdrage in absolute euro’s blijft stijgen. Voorts zijn ook de baten uit werk in opdracht van derden en overige baten (3e en 4e geldstromen) met 7,8% afgenomen.

Aan de lastenkant laten de cijfers zien dat de personeelslastenratio in het middelbaar en hoger (beroeps) onderwijs is gestegen met 2%-punt tot 73,7%. Dit is een gevolg van een stijgend aantal FTE’s, de loonstijging uit de CAO’s en eenmalige uitkeringen in 2020. De verwachting is dat de stijging van de personeelslasten de komende jaren door zal zetten. Dit komt mede door het beleid bij instellingen dat gericht is op verbetering van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek en op verlichting van werkdruk.

De coronacrisis heeft een hogere werkdruk en meer stress bij docenten en ondersteunend personeel veroorzaakt. Daarom is het essentieel om bij de ingezette transformatie naar digitalisering en flexibilisering altijd het welzijn van studenten en personeel in ogenschouw te nemen.

Samenvatting

De Nederlandse onderwijssector staat voor een strategische transformatie. De coronapandemie heeft versneld duidelijk gemaakt dat de sector zal moeten investeren in onder andere ICT om de digitaliseringsopgave te realiseren. Ook investeringen in het wegnemen van de hoog opgelopen werkdruk bij onderwijzend en ondersteunend personeel zijn noodzakelijk. Om deze investeringen te dekken, zullen onderwijsinstellingen andere dan de traditionele financieringsbronnen moeten aanboren. Hoewel een groeiend aantal marktpartijen op zoek is naar maatschappelijk relevante investeringen, zullen zij hiervoor wel zekerheden eisen. De in de EY Onderwijsbarometer 2021 geïntroduceerde kredietrating kan daar een waardevolle bijdrage aan leveren.

Over dit artikel

Auteurs
Ralph Poulssen

EY Nederland - Associate Partner Strategy and Transactions

Toegewijd. Pragmatisch. Brengt jarenlange (strategische) sectorkennis mee.

Maarten Verschoor

EY Nederland Partner Assurance; Sectorleider Overheid en Voorzitter EY Society

Duidelijk, betrokken en proactief. Mensgericht, staat voor het team. Duidelijke probleemanalyse, werkbare oplossing. Oog voor timing en haalbaarheid. Breed denkkader, maar focus op concrete punten.