De technicus en de ondernemer
In 1953 werd het bedrijf door Pieter van der Leegte (1919-1991) opgericht als Metaalindustrie en Constructiewerkplaats P. van der Leegte, dat vanaf het begin toeleverancier aan Philips en DAF was. Een technicus in hart en nieren, maar het ondernemerschap lag hem beduidend minder. Toen het bedrijf in 1966 een omzet van 750.000 gulden had en een negatief eigen vermogen van 250.000 gulden, stapte zoon Wim van der Leegte als stagiair in. Die stage heeft hij uiteindelijk pas in 2004 afgemaakt. Hij bracht zijn gevoel voor commercie en cijfers mee. “Als ik slechte cijfers zie? Nou, dan moet je ze goed maken.” Hij zweert nog altijd bij de nacalculaties, die nodig zijn om erachter te komen waar het geld lekte. Op basis daarvan besprak hij de situatie met zijn clientèle en boorde hij nieuwe klanten aan. In 1971 stond het bedrijf op een positief eigen vermogen van 52.000 gulden. Vanaf toen ging het bergopwaarts. Na de oliecrisis van 1974 besloot Wim zijn medewerkers aan te leren op eenzelfde manier te denken én te werken. “Door de voorlieden te vragen hoe hun kosten in elkaar staken, begon de fabriek te veranderen. Zo begon men ook te voelen dat dit bedrijf hun bedrijf was.” In 1979 zette de onderneming met één werkmaatschappij ruim 5 miljoen gulden om en had het bedrijf een goed resultaat.
Overnamegolf
Vanaf dat moment waren er geen noemenswaardige problemen meer. “Dat was een probleem op zich, want ik ben enorm oplossingsgericht,” grapt Van der Leegte. De oplossing van dat ‘probleem’ kwam in 1979, toen Wims broer Piet (1952-1984) met diens metaalbedrijf TIM Hapert zakelijk in de problemen kwam. Door een belang te nemen, redde Wim het bedrijf dat was gespecialiseerd in mechanisch bewerken. “Een jaar na de overname was het weer winstgevend.”
Het bleek de start van een overnamegolf. Een jaar later voegde Van der Leegte het Hapertse Technische Industrie VDS – ‘een bedrijf dat massastampwerk verricht’ – toe aan zijn groep. “Met die werkmaatschappij ben ik in de kippenvoedersystemen gestapt – een mooi product, dat we nog steeds maken.” Opnieuw was na de overname een transformatie nodig, onderstreept Van der Leegte senior: “Daar werkten 75 man, waarvan er 25 zaten te kaarten, 25 poetsten, en 25 aan het werk waren. Hier moest ik iets van zien te maken.” In elk van die bedrijven lag voor Van der Leegte de focus op het stimuleren van dezelfde laagdrempelige en ondernemende cultuur als in het oorspronkelijke familiebedrijf heerst. Toen in 1996 het hoofdkantoor in Eindhoven werd geopend, had VDL 27 acquisities gedaan. Zo is het huidige conglomeraat van technische ondernemingen ontstaan.
Opvoeden met ondernemerschap
VDL is vanaf de start een overtuigd familiebedrijf. Net als hun vader brak elk van zijn drie kinderen – Pieter (1970), Jennifer (1980), en Willem (1981) – de opleiding af om bij het bedrijf aan de slag te gaan. Wim betrok zijn kinderen al jong bij de onderneming. Als kind mocht Willem met zijn zus Jennifer bijvoorbeeld papier versnipperen als vader hen op zaterdag naar kantoor meenam. Willem, grijnzend: “We hadden de indruk dat we een geweldige toegevoegde waarde leverden.” Op zijn 16e werd zijn rol serieus. Wim, zijn echtgenote Margriet en de kinderen traden toe tot het bestuur van de stichting administratiekantoor, die de aandelen van het bedrijf in handen zou krijgen, in het geval dat hun vader zou wegvallen. Wim: “Thuisgekomen zijn we alle zaken langsgegaan: wat is precies een structuurvennootschap? Welke verantwoordelijkheid hoort daarbij?” Het gaf Willem een gevoel van betrokkenheid: “Mijn mening telde. Al jong werd ik verliefd op het bedrijf.” Zijn vader: “Ik wilde mijn kinderen een goede aandeelhouder laten worden. Dat is formidabel gegaan.”